Waterschapswet
Artikel 124
1
Het dagelijks bestuur kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, voor de in artikel 123, derde lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van het waterschap, een andere ambtenaar van het waterschap in de plaats treedt.
2
De dagelijkse besturen van twee of meer waterschappen kunnen met betrekking tot een of meer waterschapsbelastingen bepalen dat het dagelijks bestuur van één van die waterschappen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of invordering van waterschapsbelastingen in de plaats treedt van het andere dagelijks bestuur onderscheidenlijk van die andere dagelijkse besturen.
3
De dagelijkse besturen van twee of meer waterschappen kunnen met betrekking tot een of meer waterschapsbelastingen bepalen dat daartoe aangewezen ambtenaren van één van die waterschappen worden aangewezen als:
a
de in artikel 123, derde lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van die waterschappen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van waterschapsbelastingen;
b
de in artikel 123, derde lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van die waterschappen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van waterschapsbelastingen;
c
de in artikel 123, derde lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van die waterschappen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van waterschapsbelastingen;
d
de in artikel 123, derde lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van die waterschappen voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van waterschapsbelastingen.
4
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het dagelijks bestuur van het waterschap waarvan de ambtenaar belast met de invordering van waterschapsbelastingen op grond van het derde lid, onderdeel b, wordt aangewezen.
5
Indien voor de heffing of de invordering van een of meer waterschapsbelastingen een gemeenschappelijke regeling is getroffen en bij die regeling een openbaar lichaam is ingesteld, kan bij of krachtens die regeling worden bepaald dat een daartoe aangewezen ambtenaar van dat openbaar lichaam wordt aangewezen als:
a
de in artikel 123, derde lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van het waterschap voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van waterschapsbelastingen;
b
de in artikel 123, derde lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van het waterschap voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van waterschapsbelastingen;
c
de in artikel 123, derde lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van het waterschap voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van waterschapsbelastingen;
d
de in artikel 123, derde lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van het waterschap voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van waterschapsbelastingen.
6
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam waarvan een ambtenaar op grond van het vijfde lid, onderdeel b, wordt aangewezen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AA7293, Eerste aanleg - meervoudig, 97/22579
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
12-07-2000
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof ArnhemWS Gerechtshof Arnhem eerste meervoudige belastingkamer nummer 97/22579 U i t s p r a a k op het beroep van de gemeente Almere te Almere (hierna te noemen: belanghebbende) tegen de uitspraak van de secretaris van het heemraadschap Fleverwaard (hierna: de ambtenaar) op het bezwaarschrift van belanghebbende... -
LJN AA4063, Cassatie, 34700
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
15-12-1999
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadNr. 34700 15 december 1999 gewezen op het beroep in cassatie van het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 augustus 1998 betreffende de aan X te Z voor het jaar 1995 opgelegde aanslag ingezetenenomslag van het waterschap Westfriesland... -
LJN AT6631, Eerste aanleg - meervoudig, 04/02923
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
26-05-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamIngeval een heffingsambtenaar met terugwerkende kracht wordt aangewezen, kan dit niet er toe leiden dat een onbevoegd vastgestelde aanslag rechtsgeldig wordt. Door het ontstaan van nieuw waterschap kan de ambtenaar zijn bevoegdheid ook niet ontlenen aan het eerder genomen besluit. Beroep is gegrond.